Net als mensen krijgen ook paarden te maken met ouderdomskwalen. Bij Stichting De Paardenkamp in Soest wonen 120 paarden van 20 jaar en ouder. De stichting heeft inmiddels veel kennis in huis over de zorg voor oudere paarden. In dit artikel komt een aantal veel voorkomende ouderdomskwalen aan bod en worden tips gegeven voor een goed management.
Moeilijk opstaan
Oude paarden worden vaak strammer in hun bewegingen. Je merkt dat doordat ze wat stijver lopen en, na het liggen, moeilijker weer in de benen komen. Ook artrose, een veel voorkomende aandoening bij (oudere) paarden, kan hierbij een rol spelen.
Soms lukt het oude paarden niet om zelf op te staan. Bij De Paardenkamp helpen we het paard dan om weer in de benen te komen. Als een paard te lang ligt, komt er teveel druk op zijn organen. Tevens is het voor een paard, als prooidier, erg stressvol om niet op te kunnen staan. Het is dus belangrijk om het paard weer overeind te krijgen. Als een paard erg vaak ligt en niet kan opstaan, dan moet er soms een andere keus gemaakt worden. Een paardwaardig, pijnvrij leven staat altijd voorop. Voor paarden met artrose is het van groot belang dat ze voldoende (vrije) beweging krijgen, zodat de gewrichten soepel blijven.
Spierverlies en vermageren
Het gebit van oude paarden is meestal slechter dan dat van jongere dieren. Hierdoor kunnen ze minder goed kauwen en dat kan gevolgen hebben voor de inname van voldoende voedsel. Ook de spijsvertering verloopt bij oude paarden langzamer en de opname van voedingsstoffen is hierdoor minder efficiënt. Voor oudere paarden is het extra belangrijk dat ze voldoende eiwitten binnen krijgen. Vergeleken met jonge paarden hebben ze een dubbele portie eiwitten nodig voor het behoud van hun spieren. Als een paard te weinig eiwitten binnenkrijgt, zal het lichaam deze zelf gaan aanmaken. Dat kost een hoop energie en dat zorgt weer voor vetverbranding. Je ziet dan dat oudere paarden niet alleen aan spieren inleveren, maar ook vermageren.
De juiste, eiwitrijke, voeding kan deze vermagering tegengaan. Zorg ervoor dat dit ook voor paarden met een slecht gebit goed te kauwen is door er bijvoorbeeld slobber van te maken en ruwvoer kort gehakseld aan te bieden. Daarbij is, voor het behoud van de spieren, ook voldoende vrije beweging van groot belang. Oudere paarden die veel op stal staan, leveren vaak nog meer aan bespiering in.
Oren en ogen
Paarden kunnen veel beter horen dan mensen. Ook horen ze veel hogere frequenties dan wij. Dat zorgt ervoor dat ze in de natuur op tijd kunnen vluchten voor gevaar. Bij oudere paarden wordt het gehoor minder. Ook het zicht van het paard kan verslechteren. Zo kunnen paarden te maken krijgen met staar dat als een waas over de ogen ligt. Het paard kan hierdoor moeilijker diepte zien en scherpstellen. Als het paard op een vertrouwde plek staat, waar hij de omgeving en zijn kuddegenoten kent, dan hoeft dit geen problemen te geven. Als je je oudere paard nog rijdt, is het belangrijk om er rekening mee te houden dat hij vaker kan schrikken of wat onzekerder rondloopt. Op De Paardenkamp merken we dat de paarden met slechtere ogen of oren nog prima mee kunnen komen.
Paarden met typische ouderdomskwalen kunnen daar vaak nog een lange tijd op een goede manier mee leven. Soms zal je het paard een handje moeten helpen door bijvoorbeeld het voer aan te passen, meer vrije beweging te geven, een veilige omgeving te creëren en te helpen bij opstaan. Uiteraard staat het welzijn van je paard altijd voorop, zodat hij op een goede manier kan genieten van zijn oude dag.
Heb je vragen over ouderdomskwalen en hoe je het management hierop aan kunt passen? Wellicht vind je het antwoord in een van de andere artikelen in onze kennisbank. De medewerkers van Stichting De Paardenkamp denken ook graag met je mee! Zij zijn elke dag tussen 10.00 uur en 16.00 uur bereikbaar op nummer 035-6016089.
(Foto: Ilona van Egdom)