Als er een spleetje tussen twee kiezen van een paard zit, kan daar voedsel in blijven hangen. Dat hoopt op en leidt tot ontstekingen. En dat is nog maar het begin van de problemen die dan optreden. Behandeling is noodzakelijk.
“Vergelijk het maar met het gevoel dat er iets tussen je tanden blijft zitten”, zegt Harm Borgmans, erkend paardendierenarts, ervaren paardentandarts, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Gebitsverzorging voor het Paard én werkzaam bij de Ambulante Kliniek voor Paarden van de Universiteit Utrecht. Hij legt uit dat er twee soorten diastasen, ook wel diastemata genoemd, kunnen optreden. “De meest vervelende is de zogenaamde ‘klep-diastase’. Daarbij is het kauwoppervlak aaneengesloten, maar ontstaat er ruimte aan de binnen- en buitenkant van een kies, waar het tandvlees terugtrekt. Dit komt helaas behoorlijk veel voor. Voedselresten raken op zo’n plek opgesloten en ondanks dat paarden zo’n propje met hun tong proberen eruit te werken, gaat het steeds vaster zitten. Het tandvlees gaat ontsteken en als er niets aan wordt gedaan kan een kies uiteindelijk los raken en uitvallen. Het is behoorlijk pijnlijk voor een paard. Er zijn ook open diastasen. Die zijn minder ernstig, omdat dat spleetje aan het kauwoppervlak open is en de voedselresten daar dus makkelijker uit kunnen.”
Erfelijk?
Borgmans vertelt dat diastasen op alle leeftijden voorkomen. “We zien ze zelfs bij hele jonge paarden van één à twee jaar. Vaak is kauwen dan pijnlijk en laten ze voedsel vallen in zogenaamde ‘proppen’. Maar in een groep zie je dat niet, omdat die proppen door andere paarden worden opgegeten. Het valt meestal op doordat er eentje te mager blijft in vergelijking met de rest.”
Omdat door het malen van voedsel de kiezen van paarden afslijten, veranderen ze in de loop van hun leeftijd van model. Ook daardoor kunnen spleetjes ontstaan die voor problemen zorgen. Volgens Borgmans komt het in gelijke mate voor bij paarden en pony’s, is er geen onderscheid te maken naar rassen, maar kan erfelijkheid wel een rol spelen. “We weten er nog niet genoeg vanaf, maar het lijkt een toenemend probleem. Wat we zeker weten is dat voeding en de balans van het gebit een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van diastasen.”
Lang proces
De ontstekingen die door voedselophoping in diastasen optreden, doen een paard veel pijn. Soms zo erg dat ze niet goed eten. Vermageren is dus een belangrijk signaal dat er iets aan de hand is, maar er zijn er meer. Stinkende adem of voedsel uit de mond laten vallen komt ook voor. “Niet behandelen is geen optie”, zegt Borgmans. “Een paard kan dit vrijwel nooit zelf oplossen. Maak daarom een afspraak bij een gekwalificeerde paardendierenarts of gebitsverzorger. Deze aandoening kan alleen goed behandeld worden met specifieke elektrische apparatuur. Het is belangrijk dat paarden voor de behandeling worden verdoofd, om het ongemak voor het paard te beperken en zodat de behandeling zorgvuldig en tot diep in de mond kan worden uitgevoerd. Je kan voor deze behandeling eigenlijk alleen goed genoeg verdoven door middel van een injectie, dit moet altijd door een dierenarts gebeuren.” Hij waarschuwt dat één behandeling meestal niet afdoende is. “Herstel is mogelijk, dat is alleen een langdurig proces. Bij jonge paarden gaat het soms over als ze wisselen, maar in andere gevallen is er hulp van een paardentandarts nodig.”
Uitlijnen
Er is geen standaard behandeling voor diastasen. Wat er nodig is hangt af van de ernst en de plek. “Bij een klepdiastase kunnen we de spleet vergroten aan de bovenkant, zodat voedsel niet meer vast komt te zitten. Dit is niet iets dat ik bij een eerste behandeling zou doen. Ik probeer het liever eerst met goed schoonmaken en het in balans brengen van het totale gebit, zodat een paard beter kan kauwen. Door opstaande dwarsribbels weg te halen en te zorgen dat alle kiezen goed aansluiten, kan een paard beter malen en is de slijtage gelijkmatiger. Als dat uitlijnen niet helpt is uitfrezen een mogelijkheid, dit moet echter zeer zorgvuldig en door een ervaren behandelaar worden uitgevoerd. Er lopen meerdere zenuwkanalen en door de warmteontwikkeling van een boor of een vijl kan ook schade optreden.”
Het opvullen van diastasen met speciaal tandvulmateriaal wordt als tijdelijke oplossing wel eens gedaan om pijnklachten te verhelpen. “Dit blijft meestal niet zitten. Het paard werkt het er zelf uit of het valt eruit door zwaartekracht. Als dit wordt gedaan moet er extreem goed schoongemaakt worden, want je wilt geen sluimerende infectie in de diepte opsluiten.”
Voorkomen
Diastasen zijn niet helemaal te voorkomen, omdat een paardengebit nou eenmaal slijt. Het risico erop is wel te verminderen door de juiste voeding. “Veel kauwen op lang, droog, vezelrijk ruwvoer scheelt. Kort gehakselde stukjes, die natter of slapper zijn of een hoge zuurtegraad hebben, blijven eerder plakken en trekken bacteriën aan. Maar nóg veel belangrijker is dat een goed gekwalificeerde paardendierenarts of gebitsverzorger minimaal één keer per jaar en zo nodig vaker het gebit van een paard goed in balans brengt en beginnende problemen aanpakt. Dat is meer dan alleen de scherpe randjes eraf halen. Gelijkmatige slijtage en druk zorgt echt dat je paard langer gezond blijft.”
Tekst: Tessa van Daalen
