Hoe vind je een goede therapeut?

Iedere paardenbezitter heeft vroeger of later iemand nodig bij zijn paard. Een dierenarts, een hoefsmid of misschien ook een fysiotherapeut of een zadelpasser. Maar hoe vind je een goede? Want een prachtige website of een vlotte babbel is geen garantie voor kwaliteit.

 

Dierenarts en dierfysiotherapeut zijn beschermde beroepen. Dat wil zeggen dat iemand zich alleen zo mag noemen na een lange studie en het behalen van een diploma. Je mag er dus vanuit gaan dat zo iemand zijn of haar vak verstaat.

Alle andere beroepen in de paardenwereld zijn vrij. Daardoor mag iedereen zich ‘osteopaat’, ‘voedingsdeskundige’ of zelfs ‘hoefsmid’ noemen. Ook voor sommige van die beroepen moet een pittige opleiding worden gevolgd. Maar dat geldt niet voor allemaal.

 

Er zijn mensen die zich zonder goede scholing ‘therapeut’ noemen. Dat hoeft op zich niet eens verkeerd te zijn. Sommige behandelaars zijn ervaren paardenmensen en leveren goed werk. Alleen is het wel belangrijk dat je, als er iets met je paard aan de hand is, de meest verstandige weg bewandelt en eerst een (paarden)dierenarts benadert. Heeft je paard ergens last van of pijn, dan is het zaak dat in een vroeg stadium een juiste diagnose wordt gesteld, om hem meer pijn en ongemak te besparen. Hierdoor voorkom je tevens dat het een langdurig en daardoor vaak moeilijker oplosbaar probleem wordt. Een dierenarts is de enige die zo’n diagnose kan stellen, eventueel met doorverwijzing naar een gespecialiseerde kliniek. Bedenk dat ook een gedragsverandering te maken kan hebben met lichamelijk ongemak. Een paard dat altijd vriendelijk is, maar ineens lelijk of erg schrikachtig doet, kan ergens last van hebben.

 

Samenwerking

Er is tegenwoordig steeds meer samenwerking tussen dierenartsen en para-professionals, bijvoorbeeld hoefsmeden, fysiotherapeuten en zadelpassers. Paardenarts Yteke Elte van de Universiteit Utrecht vindt dat een goede ontwikkeling. “Fysiotherapeuten en hoefsmeden kunnen iets wat wij niet kunnen en andersom, dus als het heilzaam is voor het paard, is het goed om over en weer door te verwijzen en samen te werken. Want een goede therapeut zal, als hij of zij iets opmerkt aan een paard, ook altijd terugverwijzen naar een dierenarts.” Ze erkent dat er dierenartsen zijn met een sceptische mening over therapeuten. “Die vinden dat er te vaak onzin wordt verkondigd. Of ze hebben slechte ervaringen. Maar veel dierenartsen kennen gelukkig de meerwaarde van zo’n samenwerking. Het is als dierenarts natuurlijk wel belangrijk om te weten met wie je samenwerkt en alleen door te verwijzen naar goed gekwalificeerde professionals.”

 

Wie vraag je?

Het vinden van een geschikte behandelaar, therapeut, zadelpasser, bitfitter of hoefsmid is best lastig. Het aanbod is groot. Het lijkt een logisch uitgangspunt om je dierenarts te vragen wie je het beste kunt benaderen, maar er bestaat vaak enige aarzeling om die voor zoiets te bellen.

In de meeste gevallen worden stalgenoten geraadpleegd. Yteke Elte vindt dat niet eens zo’n slecht idee. “Mits je wel verder kijkt. Verdiep je in wat voor opleiding en achtergrond een behandelaar heeft. Je laat iemand tenslotte wel aan je paard komen.” Ze wijst op de belangrijke rol van een goede hoefsmid. “Die heeft echt veel invloed op de gezondheid van je paard. ‘No feet, no horse!’ Zoek in ieder geval iemand die een gedegen opleiding heeft gedaan en lid is van de Nederlandse Vereniging van Hoefsmeden.”

 

Voorkom erger

Er bestaan verschillende branche-verenigingen voor allerlei therapeuten. Maar op zo’n lijst staan zegt niet alles over kwaliteit. In sommige gevallen is het betalen van lidmaatschap al voldoende voor een vermelding. “Rondhoren en doorvragen”, vindt Elte. “Gebruik altijd je gezonde verstand en ga na hoe iemand is opgeleid. Als een behandelaar aandringt op meerdere sessies en je merkt geen verschil, dan is het weinig effectief en moet je misschien verder kijken.”

Ze erkent dat de stap om te overleggen met een therapeut kleiner lijkt dan om de dierenarts te bellen. Therapeuten staan vaak dichter bij de mensen. En sommige paardeneigenaren vinden het onbewust eng om de waarheid onder ogen te zien of ze zijn bang voor hoge kosten. Het tijdig opsporen van blessures kan echter vaak erger voorkomen en door het hebben van een diagnose kan een fysiotherapeut of hoefsmid ook veel gerichter werken. Uiteindelijk zal het paard daar baat bij hebben. En dat is toch waar we het allemaal voor doen.”

 

(Tekst: Tessa van Daalen, foto: Ilona van Egdom)