Van weide-naar winterseizoen

Als in het najaar het weer omslaat, is voor veel paarden in Nederland het weideseizoen afgelopen. Het is verstandig om veranderingen geleidelijk door te voeren. Maar wat doe je als dat niet kan?

 

Veel mensen houden hun paard bij een pensionstal. Op veel plaatsen is de grond niet geschikt om paarden in een nat jaargetijde buiten te laten lopen. Dan blijft er niets over van de grasmat. Daarom is het bij veel stallen regel dat de paarden vanaf een bepaalde datum weer binnen staan. Soms wordt die datum bij een extreem mooi naseizoen nog wat opgeschoven. Maar als de regen losbarst is het onherroepelijk afgelopen.

 

Voldoende vrije beweging

Voldoende vrije beweging is één van de welzijnsvoorwaarden voor het houden van een paard. Samen met nagenoeg onbeperkt ruwvoer en sociaal contact met soortgenoten heeft een paard beweging nodig om geestelijk en lichamelijk gezond te blijven. ‘Voldoende beweging’ is een rekbaar begrip. Als een paard in een grote groepsstal staat, zoals de meeste paarden bij De Paardenkamp, kan hij zelf rondscharrelen. Is dat niet het geval, dan moet hij toch minstens een paar uur per dag uit zijn box worden gehaald.

 

Gelukkig raken steeds meer paardenhouders daarvan doordrongen en worden paddocks met waterbestendige bodems aangelegd, zodat paarden toch naar buiten kunnen. Soms is er een speciale winterweide beschikbaar. Het is wel belangrijk dat ze daar dan wel iets te doen hebben. Leg bijvoorbeeld ruwvoer op verschillende plaatsen of zet ze erin met een vriendje. Kan dat allemaal niet, haal hem dan toch zoveel mogelijk uit stal en niet alleen om te rijden. Ga ook eens wandelen of poetsen.

 

Geleidelijk omschakelen

De overschakeling van gras naar ruwvoer geeft meestal minder problemen dan andersom. Tegen het einde van de zomer verliest het gras aan kracht. Zodra de nachten kouder worden neemt bij weidegang wel het risico op hoefbevangenheid toe. De stofwisseling van de grasplant komt tot stilstand als het kouder wordt. Warmt het overdag weer op, dan wordt als reactie veel fructaan geproduceerd, waar gevoelige paarden op reageren. Het is dus beter om paarden wat later buiten te zetten en om veranderingen geleidelijk in te voeren. Je kunt bijvoorbeeld in het najaar je paard al wat ruwvoer bijgeven en steeds iets minder lang in de wei zetten.

 

Gras is vaak vrij rijk aan voedingsstoffen. Wat je ruwvoer bevat en of je dus iets moet bijgeven aan krachtvoer (en wat precies), weet je alleen als je het laat analyseren. Dat kan tegenwoordig voordelig en eenvoudig. Het is verstandig om dat te doen, zodat je op maat kunt aanvullen. Bedenk daarbij dat als je paard meer op stal staat hij minder energie nodig heeft, maar wel veel moet kunnen kauwen, om zijn maag en darmstelsel gezond te houden. Bovendien voorkomt het kauwen op ruwvoer verveling.

 

Geen krachtvoer

Bij De Paardenkamp gaan de paarden die nog goed op gewicht zijn gezellig het grote Paddock Paradise op. De moeilijke eters en te dikke paarden worden zoveel mogelijk in groepshuisvesting geplaatst. Ze staan dik in het stro, waar ze op kunnen knabbelen en ze kunnen vrij bewegen. Daarnaast krijgen ze veel ruwvoer. De paarden die speciale zorg nodig hebben en individueel op stal gaan, staan overdag altijd een aantal uren samen in een paddock, zodat ze toch buiten komen. Zij krijgen veel gehakseld gras bijgevoerd.

 

Van weide- naar winterregime gebeurt bij De Paardenkamp ook ineens, omdat een geleidelijke omschakeling met zoveel paarden niet werkbaar is. Problemen geeft het echter nooit, omdat de paarden ook in het winterregime veel beweging krijgen. Daarnaast eten ze geen of nauwelijks krachtvoer, maar erg veel (goed geanalyseerd) ruwvoer. Dat zorgt voor een gezonde stofwisseling. Problemen ontstaan vooral bij paarden die wel veel krachtvoer krijgen en ineens van vrije beweging op hooguit een uurtje per dag worden gezet.

 

(Tekst: Tessa van Daalen, foto: Ilona van Egdom)