Heel veel meer paarden dan vaak wordt gedacht hebben last van maagzweren. Onderzoek heeft dat aangetoond. Het ontstaan ervan heeft meestal te maken met het management. Door dat aan te passen kun je veel problemen voorkomen.
De enige manier om echt vast te stellen of een paard een maagzweer heeft, is door de dierenarts een onderzoek te laten instellen, waarbij een cameraatje aan een lange slang via de neus naar de maag wordt gevoerd. Het is namelijk aan de buitenkant niet met zekerheid te constateren. Maar er zijn wel symptomen die erop kunnen wijzen. Niet of slecht eten, vaak gapen, veel met de lippen bewegen, tandenknarsen, vage koliekklachten waarbij een paard veel gaat liggen en weer opstaat, kribbebijten of luchtzuigen zijn redenen tot zorg. In ernstige gevallen kan de vacht er dof uitzien of wordt een paard mager. Maagzweren zijn ontstekingen en die zorgen voor pijn. Daarnaast ondermijnen ze de algehele gezondheid. Het is dus wel belangrijk om er iets aan te doen als je paard ze heeft.
Speeksel aanmaken
Maagzweren kunnen ontstaan als een paard niet voldoende kauwt. Dat is de enige manier waarop hij -in tegenstelling tot de mens- speeksel aanmaakt. Dat is nodig om de zuurheid van het maagsap te verlagen. Dat is zo zuur omdat het voedsel moet verteren en schadelijke organismen die mee naar binnen komen onschadelijk maakt. Als er te weinig speeksel is en als het paard ook nog eens niet genoeg ruwvoer krijgt, waardoor er geen dempende voedselbrij in zijn maag zit, dan kan de inhoud te zuur worden en de slijmvlieslaag van de wand beschadigen.
Een andere risicofactor is het geven van grote porties krachtvoer. De maag van een paard is relatief klein. De bovenste helft heeft een ander soort laag op de wand, die minder bescherming biedt tegen maagzuur. Op ruwvoer moet een paard lang kauwen en dat komt met kleine beetjes tegelijk in de maag. Krachtvoer daarentegen kan een paard sneller verwerken en hij vindt het vaak zo lekker dat het gulzig wordt gegeten, waardoor het in grotere hoeveelheden ineens naar binnen gaat. Als de maag vol raakt, komt het zuur ook hogerop terecht, waar minder bescherming zit op de wand. Daar komt nog bij dat krachtvoer meestal zetmeel en suiker bevat, dat anders verteert dan vezels in ruwvoer en het ontstaan van maagzweren in de hand kan werken.
Welzijnsbehoeften
Ook bepaalde medicijnen kunnen maagzweren veroorzaken. Daarnaast is stress een grote boosdoener. Als een paard met pensioen is en niet meer zwaar hoeft te trainen kan hij toch stress ervaren. Als dat kort duurt, bijvoorbeeld een bezoek van de dierenarts of tandarts, is dat niet zo erg. Langdurige stress, die te maken kan hebben met het niet voorzien in de belangrijkste welzijnsbehoeften als onbeperkt ruwvoer, contact met soortgenoten en voldoende vrije beweging, kan het ontstaan van maagzweren tot gevolg hebben.
Behandeling
Als je denkt dat je paard maagzweren heeft, is het verstandig om dit met je dierenarts te bespreken. Soms is een behandeling met maagzuurremmende medicijnen nodig. Ga nooit zomaar zelf een middeltje geven uit de apotheek, want dat kan ongewenste bijverschijnselen hebben.
Maar het allerbelangrijkste is om kritisch te kijken naar het rantsoen en de rest van het management rond jouw paard. Heb je een ouder paard, houd er dan rekening mee dat zijn gebit kan verslechteren en daarom extra aandacht nodig heeft van een deskundige paardentandarts. Als hij minder goed kan kauwen, maakt hij immers ook minder speeksel aan.
Oudere paarden die vermageren hebben extra voeding nodig. De darmfunctie neemt op hogere leeftijd af, dus het kan nodig zijn om voor energierijke voedingsstoffen te kiezen. Ga met een voedingsdeskundige in overleg hoe je dit kunt doen, zodat je paard toch voldoende vezels binnenkrijgt om het maagzuur te dempen.
Fijn leven
Bij De Paardenkamp hebben paarden zo’n prettig bestaan dat maagzweren volgens beheerder IJsbrand Muller geen probleem zijn. “Soms komt er wel eens eentje binnen die ik ervan verdenk. Maar als die een tijdje bij ons is, verdwijnen de verschijnselen snel.” Er wordt bij De Paardenkamp altijd ingezet op het geven van hoogwaardig eiwitrijk ruwvoer als hoofdbestanddeel van de voeding. Daarnaast worden de paarden zoveel mogelijk in groepen buiten gehouden of ’s winters in een grote groepsstal. De paarden die meer individuele aandacht nodig hebben staan ’s nachts in een ruime stal, maar gaan overdag evengoed gezamenlijk in een paddock. Als het gebit minder wordt, krijgen ze ruwvoer in gehakselde vorm, zodat ze het toch naar binnen kunnen krijgen. Ook geweekte bietenpulp en luzerne vormen een goede aanvulling. Is krachtvoer echt nodig, verdeel dit dan over zoveel mogelijk kleine porties en vul het aan met een ruwvoerproduct. Geef altijd eerst ruwvoer voor je krachtvoer aanbiedt, zodat er een beschermend ‘bodempje’ wordt gelegd.
(Tekst: Tessa van Daalen, foto: Nikki de Kerf)