Even bloed prikken en dan weten we alles….? Was het maar zo eenvoudig. Bloedonderzoek bij paarden is geen magische glazen bol, maar een handig hulpmiddel om onderliggende processen op te sporen. Het kan veel vertellen over de gezondheid van je paard. Maar het kan niet álles aantonen en is zeker geen ‘shortcut’ of vervanging voor een gedegen klinisch onderzoek door een dierenarts.
“Bloedonderzoek is een zeer nuttig middel om te helpen bij het stellen van een diagnose”, zegt paardenarts Dr. Yteke Elte van de Universiteit Utrecht. “Je kunt er van alles mee vinden of uitsluiten, dus in die zin biedt het ons dierenartsen informatie. Het geeft echter vaak niet de diagnose zelf. Je kunt het daarom niet los zien van een grondig klinisch onderzoek.”
Ze geeft voorbeelden van wat er kan worden aangetoond. “Of een paard ergens een ontsteking heeft. Maar er staat niet bij wáár en wat de oorzaak is. En dat is dan bij paarden die echt wel ziek zijn, niet als ze bijvoorbeeld een klein plekje hebben op hun huid. Er zijn bloedwaarden die iets zeggen over de werking van de lever, nieren en spieren. Spierbevangenheid kun je ermee vinden. Als er een vermoeden is van PPID, insulineresistentie of EMS, dan laat een dierenarts hormoon- en glucose- en insulinewaarden checken. Daarnaast zijn er speciale testen om te zien of een paard antistoffen heeft tegen ziektes zoals droes, rhinopneumonie, Equine Infectieuze Anemie (EIA) of Piroplasmose. Dat zegt overigens vaak alleen maar dat een paard er ooit mee in contact is geweest, hij hoeft daar dus niet op dat moment ziek van te zijn, daar moet je dan weer andere specifieke onderzoeken voor doen.”
Misverstanden
Misverstanden liggen op de loer bij onderzoek naar bloedarmoede. “Een paard kan enorme hoeveelheden rode bloedlichaampjes in de milt opslaan. Dus een lage waarde in rust zegt niet alles. Een tweede meting na een paar rondjes galop kan een hele andere uitslag geven,” legt Yteke Elte uit.
Wat niet eenvoudig is, is het vaststellen van tekorten aan vitamines en mineralen. Die waarden kunnen namelijk in korte tijd flink schommelen. Wat er bijvoorbeeld ook niet kan worden aangetoond met een bloedonderzoek is of een paard ergens pijn heeft. “Er bestaan geen ‘pijnwaarden’ in het bloed. Er zijn wel waarden die kunnen aangeven dat er bijvoorbeeld spierschade is of een ontstekingsproces en daardoor kan een paard pijn hebben.”
Jaarlijks?
Betekent een ‘normaal’ bloedbeeld automatisch dat je paard gezond is? “Helaas niet”, zegt Yteke Elte. “Er zijn genoeg aandoeningen, zoals artrose, die geen afwijkende bloedwaarden geven, maar waar een paard flink last van kan hebben. In die zin kan een bloedonderzoek dus een vals gevoel van veiligheid geven.” Jaarlijks een bloedonderzoek laten doen ‘voor de zekerheid’ vindt zij voor de meeste paarden niet nodig. “Waar zoek je naar, dat is dan de vraag. Sommige praktijken kunnen zelf in beperkte mate bloedonderzoek doen, maar meestal wordt bloed opgestuurd naar een laboratorium en geeft de dierenarts aan wat moet worden gemeten. Soms is bloedonderzoek wél echt nodig en dat kan zelfs vaker dan eens per jaar zijn. Het kan zijn dat er een bepaalde behandeling wordt ingesteld voor PPID bijvoorbeeld. Dan is het belangrijk om te monitoren wat het effect daarvan is om zo nodig de behandeling te kunnen bijstellen.”
Gezondheidscheck
Veel belangrijker dan een jaarlijks bloedonderzoek vindt Dr. Yteke Elte een gezondheidscheck. “Ik raad aan om dat minimaal één keer per jaar bij je paard te laten doen. Het is bijvoorbeeld goed te combineren met de jaarlijkse vaccinatie. Praat op dat moment je dierenarts bij over hoe het met je paard gaat. Mochten er dingen opduiken die nader onderzoek vergen, dan kan de dierenarts besluiten wat de beste aanpak is. Als een paard bijvoorbeeld wordt verdacht van maagzweren dan ligt het meer voor de hand om de maag te onderzoeken via een maagscopie, dan om bloedonderzoek te doen.”
PPID
Ook bij de Paardenkamp wordt soms bloed afgenomen voor nader onderzoek. “Maar nooit standaard. We doen het alleen in samenspraak met de dierenarts, als een paard bijvoorbeeld vage klachten heeft en we niet goed de vinger erop kunnen leggen wat er aan de hand is”, vertelt beheerder IJsbrand Muller. De ouderdomskwaal PPID is meestal goed aan meerdere signalen te herkennen, maar bij twijfel kan bloedonderzoek uitkomst bieden. Wordt dat vastgesteld, dan wordt het management aangepast en in sommige gevallen is medicatie nodig, waarna een paard vaak nog een goede kwaliteit van leven kan hebben. “Als een paard onverklaarbaar mager wordt kan het ook nuttig zijn om ontstekingswaarden te laten checken.”
Tekst: Tessa van Daalen
