De Paardenkamp heeft een grote hoeveelheid eigen land. Dat is nodig om de ongeveer 120 oudere paarden een weidegang te kunnen bieden en om ruwvoer te oogsten. Iedereen die wel eens op bezoek is geweest heeft kunnen zien dat de weilanden er altijd prachtig uitzien. Maar dat gaat niet vanzelf, want een paardenweiland goed onderhouden is moeilijk. Dit betekent dat er op De Paardenkamp veel wordt nagedacht en uitgeprobeerd: welk zaadmengsel is het beste, hoe zorg je dat de grond vruchtbaar blijft en wat doe je met onkruid? Maaien, bloten (de toppen van het gras en de kruiden worden er afgemaaid), slepen, beregenen en mest verwijderen horen bij het dagelijks werk van de medewerkers van De Paardenkamp.
Bemesten
Om kwalitatief goed gras te krijgen moet het bodemleven goed zijn. Onderzoek naar de samenstelling van de grond is belangrijk. Aan de hand daarvan kun je bepalen wat er eventueel nog toegevoegd moet worden. De Paardenkamp heeft voornamelijk arme zandgrond. Met koeiendrijfmest, mest uit de potstallen en kunstmest wordt deze grond vruchtbaar gehouden. Vroeger dacht men dat het voor paarden slecht was om, door het gebruik van mest, eiwitrijk gras te eten. Inmiddels is die wetenschap achterhaald. Zeker oudere paarden zijn juist gebaat bij eiwitrijk voedsel.
Zaadmengsel
Een belangrijke vooruitgang was de keuze om af te stappen van koeiengras en verder te gaan met een paardengraszaadmengsel. Daar groeit gras uit dat een hoog ruwvezel- en eiwitgehalte heeft en een laag percentage suikers en nitraat. Het paardengrasmengsel bestaat onder andere uit Engels raaigras, rietzwenkgras, kropaar en timotheegras. Geleidelijk aan zijn de afgelopen tien jaar de percelen van De Paardenkamp ingezaaid met dit paardenmengsel. Steeds is het zaak te bekijken hoe het gaat: wat doet het, hoeveel zaad is er nodig en hoeveel mest. Tot nu toe zijn de ervaringen gunstig, er is minder mest nodig en de paarden hebben met hun ouder wordende gebitten beter grip door de stevigere structuur van dit gras.
Onkruidbestrijding
Als er veel onkruid in een weiland staat krijgt het gras geen kans meer. Bovendien zijn sommige soorten onkruid niet goed voor paarden. Jacobskruiskruid is bijvoorbeeld giftig en van teveel paardenbloemen krijgen paarden diarree. Het is belangrijk zoveel mogelijk te voorkomen dat onkruid de kop op steekt. Dat kan door het land te bemesten en te ontzuren door kalk te strooien.
Op De Paardenkamp wordt terughoudend gebruik gemaakt van gif bij onkruidbestrijding. Dat is beter voor paard, milieu en het aanzien van de weilanden, maar helemaal zonder bestrijdingsmiddelen is goed weidebeheer nog niet mogelijk. Het onkruid Jacobskruiskruid wordt in de weilanden zoveel mogelijk met de hand uitgestoken. Op de plekken waar het nodig is, bijvoorbeeld bij zuring, distel en paardenbloem, wordt selectief gespoten. Het gebruik van bestrijdingsmiddelen is in vergelijking met vroeger tijden veel minder geworden, ook is het gebruikte gif minder sterk. Onkruid wegbranden gebeurt ook, maar dan op de verhardingen op de boerderijen. Dat is behoorlijk arbeidsintensief en om effect te zien heb je een lange adem en discipline nodig.
Beregenen, maaien, mest verwijderen
Beregening houdt het gras groen en zorgt voor sneller herstel als het begraasd is. Er moet niet teveel worden beregend, dat is slecht voor de worteling van het gras. Graswortels moeten naar beneden groeien om vocht te vinden, dan worden ze lang en stevig. Op De Paardenkamp wordt er alleen in de zomer, als het lang droog is, beregend.
Het eerste jaar na het inzaaien met graszaad is het beter om niet te maaien, wel om te bloten. Het gras moet eerst goed geworteld zijn voordat je kunt maaien, want het gevaar bestaat dat het dan wordt dood gemaaid. Het is ook belangrijk dat er niet meteen paarden op een nieuw ingezaaid weiland komen, want die trekken de pollen van het jonge gras er allemaal uit. De Paardenkamp is in de gelukkige omstandigheid dat er genoeg weiland in eigendom is om afwisselend eigen ruwvoer te verbouwen en paarden buiten te laten verblijven en grazen. Maaien en weiden gaat om en om. Voordat de paarden op een nieuw stuk weiland komen, wordt er eerst gemaaid. Dan is het mooi schoon en zijn eventuele wormeneitjes ook weg.
Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de verschillende kuddes. Sommige paarden zijn meer vatbaar voor ziektes als hoefbevangenheid. Die komen niet op een weiland met te lang gras, omdat ze dat niet kunnen verwerken. De maaidata worden zo gepland dat de gevoelige groep op voor hen geschikt gras loopt.
En tot slot is het heel erg belangrijk om de weilanden tijdens het zomerseizoen, als de paarden buiten lopen, zoveel mogelijk vrij van mest te houden. De medewerkers van De Paardenkamp brengen in de zomer vele uren door met het opruimen van mesthopen. Dat is wellicht niet het leukste klusje, maar het werpt wel zijn vruchten af. Iedereen die op bezoek komt kan zien hoe mooi de weilanden er bij liggen. Maar het belangrijkste is dat schone weilanden en goed weidebeheer gunstig is voor de gezondheid en het welzijn van paarden van De Paardenkamp.
(Foto: Ilona van Egdom)