Aanleg, spieren en karakter

De natuurlijke aanleg van een paard wordt deels bepaald door de soort spiervezels die hij heeft. Maar het karakter speelt ook een grote rol. Het is wel handig om hier iets meer van te weten, als je graag een bepaalde sport wilt doen met een paard.

 

Spieren zorgen voor beweging. Ze kunnen samentrekken en weer ontspannen. Rond de vijftig procent van een paardenlichaam bestaat uit spieren. Een deel daarvan kan een paard bewust aansturen, bijvoorbeeld voor het bewegen van zijn benen. Maar er zijn ook spieren die min of meer ‘vanzelf’ hun werk doen. Het hart is ook een spier en een paard hoeft er niet over na te denken om dat te laten kloppen.

 

Meer spieren…?

Ieder paard heeft heel veel spieren en die hebben allemaal een eigen functie. Wat je ook wilt gaan doen met hem, hij heeft spieren nodig om te bewegen. En het mooie van spieren is dat je ze kunt trainen. Door ze te gebruiken kun je spiercellen zo prikkelen dat ze reserves gaan aanleggen, waardoor ze een volgende keer beter tegen de vraag bestand zijn. Door training krijgt een paard niet méér spieren. De hoeveelheid is een vast gegeven. Wat er wel gebeurt is dat de spiercellen meer brandstof opslaan en dus dikker worden. Dat kun je zien. Het omgekeerde is ook waar: niet of nauwelijks gebruikte spieren worden dunner.

Hoewel de spieren van mensen en paarden op zich niet verschillen, is een paard van nature een betere atleet dan wij. Dat heeft met zijn bouw te maken en komt omdat een paard een vluchtdier en tevens een prooidier is, dat hard moet kunnen weghollen als er een roofdier komt dat hem wil opeten. Eeuwenlange evolutie heeft ervoor gezorgd dat een paard qua lichaamsgebruik vanuit het niets hard kan rennen en dat lang genoeg volhoudt om eventuele gevaarlijke achtervolgers af te schudden.

 

Rode en witte

Er bestaan drie soorten spiervezels en die hebben invloed op prestaties. Als je meer wilt doen dan alleen een rondje door het bos is het nodig om te weten waar je op moet letten. Het is niet zo dat een bepaald type paard slechts één soort spiercellen heeft, hij heeft wat van alle drie. Maar de verdeling verschilt en is aangeboren. Je kunt trainen tot je een ons weegt, daaraan verander je niets.

Wil je een paard met veel duurvermogen, bijvoorbeeld omdat je endurance wilt rijden, dan zoek je er eentje met overwegend rode spiervezels. Arabieren hebben dit en die zie je dan ook veel terug in deze tak van sport. Voor korte krachtsinspanningen is een paard met overwegend witte spiervezels meer geschikt. Denk aan een quarterhorse of een springpaard.

Er bestaan ook spiercellen die een soort kruising tussen rode en witte zijn. Die kun je door gerichte training ofwel geschikt maken voor explosieve kracht of voor uithoudingsvermogen. Dit is ook weer om te draaien, maar dat kost wel enige trainingstijd. Heb je bijvoorbeeld veel krachttraining gedaan met een paard dat veel mengvezels heeft, dan is het niet handig om hem ineens mee te nemen op een hele lange tocht, die veel vraagt van zijn uithoudingsvermogen.

 

Eenzijdiger

De verdeling van deze specifieke spiercellen is bij paarden anders dan bij mensen. Paarden kunnen tot wel tachtig procent van één type spiervezels hebben en daardoor bij uitstek geschikt zijn voor óf duurprestaties óf krachtsinspanning. Bij mensen is de verdeling vaak veel evenrediger.

Als je precies wilt weten wat voor spiervezels een paard heeft, dan kun je niet volledig afgaan op het uiterlijk, al geeft dat vaak wel een indicatie in de goede richting. Maar hoe belangrijk is het? Een paard moet een prestatie niet alleen kunnen doen, hij moet het ook willen. Dat hangt voor een groot deel af van correcte training, waarmee je het voor hem leuk maakt om die sport met jou te doen. Het karakter speelt hierbij mee. Er zijn genoeg voorbeelden bekend van paarden die qua bouw niet zo geschikt leken voor een bepaalde tak van sport, maar er door hun inzet toch in uitblonken. Denk aan Fjorden, Haflinger of andere koudbloeden die hoge ogen gooien in de dressuur of het springen. Of KWPNers in de endurance of Westernsport.

 

Heb je serieuze plannen in een bepaalde sportrichting, dan is het verstandig om een paard te kiezen dat daar van nature aanleg en plezier in heeft.

 

(Tekst: Tessa van Daalen, Foto: Nikki de Kerf)