Hoefbevangenheid is een hele pijnlijke en door mogelijke complicaties levensbedreigende paardenaandoening. Er ontstaat een ontstekingsproces tussen het harde, buitenste gedeelte van de hoef en de binnenkant. De zwelling kan geen kant op, wat enorm veel druk geeft. Dat veroorzaakt warmte en erg veel pijn. Door de ontsteking wordt de sterke verbinding tussen de buitenste hoefschoen en het hoefbeen verbroken. Het hoefbeen kantelt en de punt drukt door de zool. Als dat eenmaal gebeurt, is de schade meestal te groot en ziet het er somber uit.
Koorts, zweten en een hoge hartslag
Bijna altijd wordt hoefbevangenheid gezien aan de voorbenen. Dit komt omdat er meer gewicht van een paard op de voorvoeten rust. Maar het kan ook achter optreden. Doordat de voorvoeten pijnlijk worden, valt het meestal als eerste op dat paarden hun voorhand ontlasten door op een karakteristieke manier te gaan ‘zitten’. Ze hangen zover mogelijk achterover, om maar geen druk op hun voeten te hoeven zetten. De hoeven voelen warm aan, soms is de kroonrand dik en in de kootholte kun je het hart voelen kloppen. Daarnaast krijgen paarden koorts, gaan zweten en hebben ze een hoge hartslag door de pijn.
Oorzaken en risicofactoren
Er zijn verschillende oorzaken voor hoefbevangenheid. Bij oudere paarden speelt de leeftijd gerelateerde aandoening PPID vaak een rol. Maar ook paarden met insulineresistentie, overgewicht, EMS of andere stofwisselingsstoornissen zijn gevoeliger. In het verleden werd vaak gedacht dat overmatige hoeveelheden eiwit in de voeding tot hoefbevangenheid konden leiden. Tegenwoordig is duidelijk dat vooral het suikergehalte van invloed is. Daarnaast ontstaat het als er gifstoffen in bloed komen, na het afsterven van bacteriën. Medicijngebruik, ernstige overbelasting of een zeer slechte hoefverzorging is ook een risico.
Wat zijn de symptomen van hoefbevangenheid?
De eerste tekenen van hoefbevangenheid zijn stijfheid, niet willen lopen en warme voeten. Vooral kort wenden en draaien is pijnlijk. Als je dat ziet, is het zaak om zo snel mogelijk de dierenarts te waarschuwen en meteen beginnen met het koelen van de voeten, om het ontstekingsproces af te remmen. Goed koelen is zo belangrijk, dat vaak wordt geadviseerd om paarden langdurig in nat zand te zetten. De dierenarts zal ontstekingsremmers, bloedverdunners en pijnstillers geven.
Er is een belangrijke rol weggelegd voor de hoefsmid. Met speciaal beslag kan tegendruk worden gegeven aan het hoefbeen, om te voorkomen dat het doorkantelt. Er worden tegenwoordig goede resultaten behaald met plakijzers, die de straal ondersteunen en waarvoor het niet nodig is om nagels in de hoef te slaan.
Blijvende gevoeligheid
Als een paard eenmaal in zijn leven ooit hoefbevangen is geweest, blijft hij daar gevoeliger voor en is het noodzakelijk om het management daarop aan te passen.
Zorg voor sobere, suikerarme voeding. Dat is niet alleen een kwestie van graanvrij krachtvoer geven. Ook in gras, hooi en kuil kan veel suiker zitten. Laat daarom het ruwvoer analyseren voor je iets geeft. In tijden van het jaar dat het overdag warm is, maar ’s ochtends en ’s avonds sterk afkoelt, is het suikergehalte in de toppen van het gras hoog. Wil je weten of dat bij jou in de buurt het geval is, kijk dan op de fructaanwijzer, te vinden via google.nl.
Hoge fructaangehaltes treden ook op in een kale weide of vlak na een maaibeurt. Gras raakt dan als het ware ‘gestrest’ doordat het een groeispurt wil maken. De korte groene sprietjes zijn mega gevaarlijk, omdat ze veel suiker bevatten. Het is verstandiger om in die periode gevoelige paarden niet in de weide te laten. Pas ook altijd op met plotselinge veranderingen van rantsoen.
Daarnaast kan er ook overbelastingshoefbevangenheid optreden. Als een paard aan één been iets mankeert en dat daardoor ontlast, zoals bijvoorbeeld bij een hoefzweer, dan komt er veel druk op het andere been te staan. Dat is een risico voor het ontwikkelen van overbelastingshoefbevangenheid. Vandaar dat het bij extreme kreupelheden aan één been niet verstandig is om het te lang aan te kijken.
Tips bij hoefbevangenheid:
– Laat je ruwvoer analyseren
– Geef zo min mogelijk krachtvoer en het liefst van een suikerarme (graanvrije) soort
– Voer veranderingen in het rantsoen geleidelijk door
– Loopt je paard stram, of wil hij niet lopen? Bel gelijk de dierenarts
– Voel regelmatig of de hoeven warm zijn
(Tekst: Tessa van Daalen, foto: Harry Kleine)