Een paard kan staand slapen. Dat is handig voor een prooidier, dat snel moet kunnen vluchten als er gevaar dreigt. Om zo te kunnen rusten, kan een paard op ingenieuze wijze zijn knieband ‘vasthaken’. Maar als zijn beenspieren te slap zijn, is loshaken soms even een probleem.
Voordat we beginnen aan de uitleg: de knie van een paard zit aan zijn achterbeen, vrij dicht bij zijn romp. Sommige mensen denken dat de knie voor zit. Dat komt omdat daar een gewricht zit dat ‘voorknie’ wordt genoemd, wat inderdaad een verwarrende benaming is. Dat gewricht kun je echter vergelijken met de pols van een mens.
De ‘echte’ knie heeft, net als die van ons, een knieschijf. Die heet officieel ‘patella’. Een paard heeft drie kniebanden. Als hij wil rusten, wordt de knieschijf door de spieren aan te spannen iets omhoog en opzij getrokken, waardoor de binnenste knieband om een stukje bot haakt dat ‘rolkam’ wordt genoemd. Op deze manier kan de knie niet meer buigen. Daardoor kan een paard ontspannen, zonder dat hij moeite hoeft te doen om te blijven staan. Wat ook bijzonder is aan een paard is dat het spronggewricht (vergelijkbaar met onze enkel) alleen kan buigen als de knie ook buigt. Door de knie ‘op slot’ te zetten, is de sprong dus ook verankerd en hebben ze een recht been. Zodra het paard in beweging komt, wordt de knieschijf omhoog getrokken en schiet alles vanzelf terug naar de normale plek. Het been is weer mobiel en alle gewrichten kunnen buigen.
Op slot
Jonge paarden die erg hard groeien zijn soms slap en slungelig. Maar ook oudere paarden die hun spieren te weinig gebruiken, kunnen slap worden. Daardoor lukt het in sommige gevallen niet om die knieschijf omhoog te trekken. De knie blijft dan ‘op slot’, waardoor het achterbeen blijft hangen. Meestal schiet dat vanzelf na één pas los, maar in ergere gevallen wordt het been een paar passen gestrekt meegesleept, tot de knie los schiet. Dit vast blijven haken wordt ‘patella fixatie’ genoemd. Paardenarts Frank van Leeuwen legt uit dat het weliswaar geen pijn doet, maar wel voor paniek kan zorgen. “Een paard is immers een vluchtdier en als dat even niet kan, geeft dat een angstreactie. En als het vaker gebeurt, kan de knie wel geïrriteerd raken. Daarnaast is het een naar gezicht, zo’n been dat niet kan buigen.”
Beweging
Een veelgehoorde oplossing voor dit probleem is ‘binnendoor zetten’. Dat betekent dat de hoefsmid de achterhoef van het been waarmee dit gebeurt aan de binnenkant korter maakt, waardoor de knie wat meer opzij wordt gedrukt. Dat kan ook door een speciaal ijzer onder de hoef aan te brengen. Van Leeuwen noemt dit een ouderwetse oplossing, die wel het proberen waard is. “Maar het is zeker niet de enige manier en lang niet altijd afdoende. Goede hoefverzorging is wel erg belangrijk, een paard moet gemakkelijk over zijn teen kunnen rollen. Maar het is vooral belangrijk dat bij dit probleem de spieren sterker worden. Dat kan door aangepaste training, zoals heuvels op- en af lopen, of veel over cavaletti stappen en draven. Als een paard eraan is gewend is het slepen van een mat of een autoband ook een goede optie. Daarnaast is het zaak om hem zo min mogelijk op stal te zetten. Bewegen, bewegen, bewegen is het advies.” De paardenarts legt uit dat in ernstige gevallen injecties in de knieband kunnen worden gegeven. “Daarmee wordt kunstmatig een ontstekingsreactie opgewekt, met als doel dat het ligament verkort. Een andere optie is de band doorsnijden, zodat haken simpelweg niet meer kan. Je moet je dan wel realiseren dat het paard ook niet meer op rust kan staan.”
IJsbrand Muller, beheerder van De Paardenkamp, heeft het bij de bewoners nog niet meegemaakt. “Maar onze paarden staan dagelijks buiten in een groep en bewegen daardoor veel. Daarmee houden ze hun bespiering toch aardig op peil, zeker als ze ook nog wat spelen met elkaar. Dat is niet alleen mentaal erg belangrijk voor ze, maar voorkomt daarbij veel lichamelijke problemen.”
(Tekst: Tessa van Daalen, foto: Heleen Schenk)