Ras uitgelicht: de KWPNer

KWPN staat voor Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland. De afkorting wordt gebruikt voor paarden die bij dit stamboek zijn geregistreerd en is in de paardenwereld een begrip, omdat Nederlandse paarden het zeer goed doen in de sport.

 

Het stamboek heeft een lange historie. In Nederland werden paarden al vóór 1900 geregistreerd, zodat bekend was van welke merrie en hengst een veulen afstamde. Dat had voordelen, want daardoor werd duidelijk welke stamvaders en -moeders gewenste (of ongewenste) eigenschappen doorgaven. Dit registreren gebeurde aanvankelijk bij regionale stamboeken, die echter al snel tot samenwerking kwamen. Er werd onderling gefuseerd, tot in 1970 één groot stamboek overbleef: het WPN, Warmbloed Paardenstamboek Nederland. In 1988 verscheen de K voor de naam, omdat het predicaat ‘koninklijk’ werd verleend.

 

Boerenpaarden

Aanvankelijk werden er paarden gefokt voor het werk op de boerderij. In het noorden van het land overheerste het zwaardere type, met Groninger paarden in hun afstamming. In dat gebied waren sterke paarden nodig, voor het bewerken van de kleigrond. In de rest van het land werd meer gekruist met het lichtere Gelderse type.

 

Fokrichtingen

Na de Tweede Wereldoorlog kwam de mechanisatie op gang, waardoor er minder paarden nodig waren voor agrarisch werk. Maar de paardensport was in opkomst. Om een nog lichter sporttype te krijgen, werd gebruik gemaakt van hengsten uit het buitenland, zoals Franse Angloarabieren, Engelse volbloeden of paarden van Duitse stamboeken. De opkomst van kunstmatige inseminatie was daarbij een uitkomst.

Bij het (toen nog) WPN werd vanaf het begin al streng geselecteerd op erfelijke gebreken, uiterlijk en beweging, waardoor kan worden gestreefd naar een functioneel sportpaard. Er zijn drie fokrichtingen: rijpaarden, tuigpaarden en paarden van het Gelderse type. Sinds 2006 wordt bij de rijpaarden onderscheid gemaakt in dressuurpaarden en springpaarden.

 

Mengelmoesje

Doordat een warmbloed eigenlijk een mengelmoesje is van rasinvloeden kun je eigenlijk niet spreken van dé KWPNer. Er is onderling best veel verschil in typen, kleuren, eigenschappen en karakter. Maar omdat er al zoveel jaren afstammelingen worden geregistreerd, kunnen kenners aan de hand van het stamboekpapier vaak wel een redelijke inschatting maken van een paard.

 

Oude KWPNers

Ook bij De Paardenkamp staan enkele KWPNers, waaronder oud politiepaarden. Sommige bewoners hebben op hoog niveau in de sport gelopen, zoals Roodwill (foto). Er wordt wel gezegd dat sportpaarden in het algemeen en KWPNers in het bijzonder meestal niet oud worden. “Dat geldt niet voor allemaal”, zegt beheerde IJsbrand Muller. Hij legt uit dat sommige gebreken die een paard voor de sport ongeschikt maken geen probleem zijn bij De Paardenkamp. “Bij ons gaat het om kwaliteit van leven. Dus als ze geen pijn hebben, dan maakt het ons niet uit of ze misschien niet geschikt meer zijn om te berijden.”

 

(Tekst: Tessa van Daalen, foto: Nikki de Kerf)