Ras uitgelicht: de Tinker

De Tinker is ook wel bekend onder de naam Gypsy Cob of Irish Tinker. Dat geeft al enigszins zijn afkomst prijs. Het is van oudsher een zigeunerpaard, dat in Engeland en Ierland werd gebruikt om de woonwagens te trekken. Tinker is afgeleid van ‘Tinceard’, Engels voor een tinsmid, wat als scheldnaam werd gebruikt voor zigeuners.

 

Hoewel er tegenwoordig meerdere stamboeken van zijn, is de Tinker eigenlijk een mix van veel rassen die van oudsher in Engeland en Ierland voorkomen. Zigeuners hadden de gewoonte om tijdens het rondtrekken hun merries bij interessante hengsten te zetten die ze onderweg zagen. Ze hadden een goed oog voor paarden en fokten daardoor precies wat ze nodig hadden: een sterk en betrouwbaar paard met een rustig karakter, sober genoeg om buiten te overleven van wat ze tegenkwamen. Er zit bloed in van Shires, Clydesdales, Fellpony’s, Dale pony’s, Cobs, maar in enkele gevallen ook van luxere types zoals Connemara’s of zelfs volbloeden en Arabieren. Door al deze kruisingen loopt de stokmaat uiteen van 1.40 tot wel 1.70. Maar de meeste zijn zo rond de 1.50 en voornamelijk bont van kleur. Sommige hebben maanogen (blauwe ogen) en in uitzonderlijke gevallen hebben ze één blauw en één zwartbruin oog. Tinkers zijn van het koudbloedtype: een stevig lijf, krachtige benen en een relatief korte, zware hals. Ze hebben allemaal veel behang: dikke manen, staart en beenbeharing.

 

De Tinker moest koelbloedig zijn. Je kon niet hebben dat hij schrok, op hol sloeg en daardoor de woonwagen of de inventaris vernielde. Een beetje rustig was ook nodig, want de meeste wagens hadden uit ruimtebesparing geen bok, dus er werd gemend vanaf een losse stoel die in de deur- of raamopening werd gezet.

 

Hoewel ze dus vooral waren bedoeld als trekpaard, zijn Tinkers tegenwoordig ook erg populair als rijpaard, vooral voor recreatief gebruik. Door hun kalme aard en formaat worden ze soms aangezien voor kinderpony’s, maar ze zijn wel eens lomp of eigenwijs. Bij enkele zit er in de afstamming een verdwaalde Arabier of volbloed. Het uiterlijk kan dan bedrieglijk zijn. Het levert een soms heftig paard op in een onschuldig ogende verpakking. Maar daardoor blinken enkele Tinkers uit in dressuur of zelfs springen.

 

Door de aanzienlijke beharing op de benen zijn Tinkers vatbaar voor mok en mijt. Vooral in natte omstandigheden gaat het onder al die haren snel broeien, wat een ideale broedplaats is voor bacteriën en ongedierte. Goed schoon en droog houden is belangrijk. Kijk elders in deze kennisbank wat je moet doen tegen dit soort problemen.

Het sobere koudbloedtype heeft maar weinig voeding nodig. Ze hebben genoeg aan energiearm ruwvoer, want ze worden snel dik en dat is erg ongezond voor ze. Teveel of te rijk voer zorgt voor levensbedreigende aandoeningen als hoefbevangenheid. Ook ligt insulineresistentie op de loer.

 

Ook bij De Paardenkamp zijn Tinkers te vinden. Beheerder IJsbrand Muller noemt het lieve, rustige paarden. “Avonturen? Nee, die beleef je niet gauw met ze. Ze zijn stoïcijns, niet snel onder de indruk. Het zijn ook de rustbewaarders in de groep. Zelfs als ze wat hoger in de hiërarchie staan, zul je ze niet zien vechten. Die koelheid is voor ons handig. Als er iets moet gebeuren loop je naar ze toe, halster om en ze lopen mee. Dat is nooit een probleem.”

 

IJsbrand vertelt dat ze bij De Paardenkamp goed op het gewicht letten, omdat Tinkers sneller neiging hebben om te dik te worden. Ook de zware beharing van de benen is een punt van aandacht, want doordat de paarden bij voorkeur dag en nacht buiten lopen, ontstaat er broei als het vochtig weer is. “Als het echt nodig is, scheren we hun sokken af. Omdat het zulke harde, sobere paarden zijn, laten ze niet snel merken dat er iets met ze aan de hand is. Daar moet je altijd wel goed om denken. Ze zijn soms te onopvallend, dus zorg dat je het niet over het hoofd ziet als er wat is.”

 

Wil je eens een Tinker in het echt zien? Bij De Paardenkamp kan dat. Hier genieten paarden van verschillende rassen van hun welverdiende pensioen. Kom langs en maak een praatje met de medewerkers. Zij vertellen je alles over onze bewoners.

 

(Tekst: Tessa van Daalen, foto: Nikki de Kerf)