Westnijlvirus

Het was groot nieuws. Bij een routine controle van vogels is in september het westnijlvirus aangetroffen. Een grasmus in Utrecht had het virus, dat via muggen kan worden overgebracht op paarden. In de meeste gevallen merk je daar niets van. Maar 10 procent krijgt ernstige en soms zelfs dodelijke neurologische verschijnselen. En mensen kunnen het ook krijgen.

 

Om paniek gelijk de kop in te drukken: mensen kunnen niet ziek worden van paarden met westnijlvirus. Vogels zijn de dragers en muggen brengen het over. Ook andere diersoorten die door geïnfecteerde muggen worden gebeten kunnen het virus krijgen. Maar zij worden er niet ziek van. “Dat gebeurt alleen bij sommige mensen en paarden. We weten er nog zo weinig van, dat we niet begrijpen waarom slechts 10 procent ziek wordt en 90 procent nergens last van heeft”, vertelt paardenarts Thibault Frippiat. Het was in zijn ogen slechts een kwestie van tijd voordat deze aandoening in Nederland opdook. In 2019 was er een uitbraak in Duitsland. In Zuid-Europa speelt het al veel langer. Door de klimaatverandering gedijen de muggensoorten die het overbrengen hier steeds beter.

 

Zeldzaam
Als een paard ziek wordt van het westnijlvirus, ontstaan 3 tot 14 dagen na de muggenbeet klachten als ataxie en slapheid. Dat doet erg denken aan de verschijnselen bij de neurologische variant van rhinopneumonie. “Het verschil is dat een paard met West Nijl echt ziek is en bijvoorbeeld niet wil eten. Bij rhinopneumonie lijkt er meestal aan de voorkant niets aan de hand, terwijl ze achter niet kunnen staan. De verspreiding gaat via muggen, niet door paard-paard contact. De gevallen van westnijlvirus zijn dus meestal zomer gerelateerd.” Frippiat geeft aan dat het westnijlvirus bij paarden tot nu toe zo zeldzaam is in Noordwest Europa, dat de meeste dierenartsen het alleen in theorie kennen. Er is een paar jaar geleden een groot onderzoek gedaan onder paarden in heel Nederland, waarbij het virus niet werd aangetroffen. “Het is niet ondenkbaar dat dat weer gaat gebeuren. Naast paarden, is het met name interessant om vogels in die regio te onderzoeken. Een grasmus is namelijk geen trekvogel die het toevallig net heeft meegenomen vanuit het zuiden. Dat zou erop kunnen wijzen dat er hier een ziektehaard is.”

 

Geen behandeling
West-Nijl is een zogenaamde ‘meldingsplichtige’ ziekte, omdat het eveneens gevaarlijk is voor mensen. Het is een ‘flavivirus’, dat in uitzonderlijke gevallen tot hersen- of hersenvliesontstekingen leidt. Als er paarden besmet zijn, is het aannemelijk dat er ook mensen in dezelfde regio worden gebeten door geïnfecteerde muggen. Zo’n melding heeft overigens geen consequenties voor de paarden. Frippiat: “Het is niet zo dat die vervolgens moeten worden geïsoleerd of erger, want paarden kunnen het niet verder doorgeven.”

 

Als een paard er ziek van wordt is dat wel vervelend, want er is geen echte behandeling, al zullen dierenartsen er alles aan doen om de gevolgen te beperken. “We kunnen wat proberen met symptoombestrijding. Vaak houden ze restverschijnselen. Een deel zal het niet overleven.” Hij legt uit dat oudere paarden geen grotere kans op problemen hebben dan jongere paarden.

 

Vaccinatie mogelijk
De diagnose West-Nijl wordt gesteld aan de hand van de klinische symptomen en een bloedonderzoek. Maar omdat het een paar dagen duurt voordat na de infectie de symptomen zichtbaar worden, bestaat de kans dat het virus al van het bloed naar het zenuwstelsel is getrokken. Dan levert de test geen resultaat op. “Je kunt ook na twee weken op antistoffen zoeken.”

 

De kans op een grote uitbraak in Nederland lijkt klein. Hiervoor heb je een flink aantal besmette vogels (en dus muggen) nodig, dat is voor zover bekend nog niet het geval. Mocht dat veranderen of ga je met je paard naar zuidelijke landen, dan bestaat er een goede bescherming, namelijk een vaccinatie. “Omdat die nog weinig wordt gebruikt, kost het wel een paar tientjes. Na een booster is één keer per jaar voldoende. In het voorjaar, zodat je paard optimale afweer heeft als de muggen actief zijn.” Wie niet wil of kan vaccineren tegen het westnijlvirus maar er wel bang voor is, kan proberen te voorkomen dat een paard wordt gebeten door muggen. “Gebruik vliegendekens, insectenwerende middelen, dat soort zaken.”

 

Omdat het woord ‘virus’ in deze periode met alle corona-uitbraken enigszins beladen is, is er veel aandacht voor de vondst van de besmette mus. Frippiat kan zich dat voorstellen, maar wil iedereen geruststellen. “In zuidelijke landen komt het regelmatiger voor bij mensen en paarden. Zolang er geen grote besmettingshaard wordt gevonden, is het risico hier echter niet zo groot. En zelfs als die haard er wél is, bestaat er een goede vaccinatie voor paarden. Voor mensen is die er nog niet. Nog geen reden voor paniek dus, maar wel genoeg reden voor artsen en dierenartsen om alert te zijn.”

 

(Tekst: Tessa van Daalen, foto: Ilona van Egdom)