Soort zoekt soort (of niet?)

Is het waar dat paarden van een zelfde ras, kleur of uiterlijk elkaar bij voorkeur opzoeken? Een interessante vraag, waar nog geen wetenschappelijk antwoord op is. Bij De Paardenkamp, waar paarden in grote groepen bij elkaar staan, lijkt het er wel op dat er dergelijke voorkeuren zijn.

 

Gedragswetenschapper Machteld van Dierendonck legt uit dat er geen wetenschappelijk bewijs voor is dat gelijksoortige paarden elkaar opzoeken. “Maar uit mijn eigen ervaring met gemengde kuddes denk ik dat dit wel zo is.” Dat wordt beaamt door IJsbrand Muller, beheerder van De Paardenkamp. “Wij hebben best grote groepen op ruim terrein. Als daar bijvoorbeeld twee Fjorden of Shetlanders tussen staan, zie ik toch vaak dat die naar elkaar toe trekken.”

Hoewel Machteld van Dierendonck denkt dat formaat er minder toe doet, ziet Muller wel dat grote hoogteverschillen uitmaken. “Vooral als ze willen kroelen bij elkaar. Als een Shetlander maatje is van een KWPNer, wordt zijn rug natuurlijk nooit gekrabd, want daar kan die kleine niet bij…”

 

Gezelschapsmaatje

Als afmeting ertoe doet, kun je je afvragen of een Shetlander wel een geschikt maatje is voor een groot paard. Veel mensen zoeken bewust een Shetlander als gezelschap, omdat die relatief goedkoop zijn, weinig plek innemen en de kans op blessures door trappen kleiner is. Van Dierendonck denkt dat alles beter is dan niets qua gezelschap. “En een Shet is dan weer beter dan een schaap, want dat is uiteindelijk toch een paardachtige. Maar als je echt iets wilt doen voor het welzijn, is een grotere groep paarden bij elkaar op een ruim terrein natuurlijk het mooiste. Dan kunnen ze, net als in de natuur, hun eigen vriendjes uitzoeken.”

 

Aftekeningen

Eén van onze lezers stuurde een bericht dat als ze haar paard een blauwe deken op doet hij niet wordt herkend door de groep en wordt verstoten, terwijl met een zwarte deken op er niets aan de hand is. Volgens Van Dierendonck is kleur voor paarden minder van belang, zolang aftekeningen op het hoofd maar zichtbaar blijven. “Bij sommige eczeemdekens zit zo’n hoofdkap, dat geeft soms wel problemen.” Ze haalt een onderzoek aan van de bekende gedragswetenschapper Bernhard Grzimek, die ontdekte dat een namaakpaard, gemaakt van tonnen met stokken eronder, voor ‘paard’ wordt aangezien, zolang er iets onder zit dat op benen lijkt. Maar er zijn meer ervaringen uit de praktijk bekend, waarbij kuddegenoten die een vliegendek op kregen ook ineens door de rest als vreemde werden gezien, tot ze elkaar hadden besnuffeld.

Muller weet ook van een geval waarbij de kleur wel uitmaakte. “Wij hadden hier vroeger een zwarte Hackney, die Barry heette. Hij zocht altijd schimmels uit als vriendjes. Op een bepaald moment waren alle schimmels overleden en richtte hij zijn aandacht op een vos met veel witte aftekeningen. Dat was echt opvallend.”

 

Voorspellen

Welk paard met wie vriendjes wordt, is volgens Muller lastig te voorspellen. Zo kreeg De Paardenkamp enige tijd geleden de grote schimmel Mitch. “Die hebben we eerst een tijdje op onze boerderij op Vosseveld laten wennen. Hij stond veel met een ander paard. We hebben ze samen in het Paddock Paradise gezet, met het idee dat ze dan elkaar al hadden als ze tussen de groep kwamen. Maar daar was zoveel keuze, dat ze inmiddels toch weer hele andere vriendjes hebben.” Hij haalt ook de kleine Witje aan. “Die was dikke vriendjes met Tufour, een groot paard. Dus formaat zegt niet alles.”

 

(Tekst: Tessa van Daalen, foto: Anouschka Canters)