Heeft je paard ineens ergens bulten, dan is het meestal niet direct duidelijk wat de oorzaak is. Sommige bultjes zijn onschuldig, andere vormen wel een probleem. Dat is vooral het geval als ze erg jeuken, waardoor een paard zijn huid stuk schuurt. Of als ze op een plek zitten, waar het zadel, hoofdstel of andere harnachementsdelen overheen schuren.
Als je twijfelt of het een aandoening is die behandeld moet worden, dan is je dierenarts de aangewezen persoon voor overleg. De vragen die je kunt verwachten:
Is het één bult of meerdere?
Hoe groot zijn ze?
Hard of zacht?
Op welke plek zitten ze?
Hoe oud is je paard, wat voor ras is het en welke kleur heeft je paard?
Jeuken de bulten?
Hoe lang heeft je paard ze al? Is het geleidelijk gekomen of waren ze er ineens?
Welke tijd van het jaar zie je de bulten?
De afmetingen van bulten kunnen enorm verschillen. Van hele kleine verdikkingen of wratjes tot zachte zwellingen ter grootte van je hand. Soms is de huid gewoon intact. Maar er zijn ook bultjes die gepaard gaan met kale plekken, schilfers of waar pus uit komt. Er zijn huidaandoeningen die vooral op een bepaalde plek of leeftijd voorkomen. Sommige rassen, zoals Friezen en koudbloeden, zijn gevoelig voor lymfoedeem aan de onderbenen. Melanomen, huidtumoren die in verschillende varianten bestaan, komen vooral veel voor bij schimmels.
Als je paard bultjes heeft en zichzelf veel krabt, is het zaak om even heel goed te kijken tussen de haren of je niet iets ziet kruipen. Luizen en mijten kunnen de oorzaak zijn. Maar ook andere insecten of parasieten kunnen huidproblemen veroorzaken. Zo is overgevoeligheid voor de beet van de cullicoide mug of ‘knut’ verantwoordelijk voor staart- en maneneczeem, ook wel zomereczeem genoemd. Schimmelinfecties zijn erg besmettelijk (ook voor mensen!), maar veroorzaken meestal geen jeuk. De typische ronde kale bobbelige plekken worden vaak aangeduid als ‘ringworm’, maar er komt dus geen worm aan te pas.
Bultjes die vooral in het voorjaar te zien zijn, werden vaak toegeschreven aan het eiwit in het gras. Nader onderzoek heeft echter uitgewezen dat het suikergehalte van gras meer van invloed is.
Probeer voordat je de dierenarts belt na te gaan of er iets is veranderd in het management van je paard. Denk goed na, want soms kan het iets onbenulligs zijn, als een ander wasmiddel voor je dekje. Is er iets gewijzigd in het rantsoen? Andere wei of andere paarden in zijn omgeving? Een nieuw supplement of een glansspray? Krijgt je paard medicijnen? Staat hij buiten en heeft het veel geregeld? In dat laatste geval kan het zijn dat er sprake is van dermatophilose of regenschurft.
Als niet duidelijk is wat de oorzaak is, kan een dierenarts wat van de bovenkant van de plek krabben of een ‘biopt’ nemen, waarbij met een holle naald een stukje huid wordt weggehaald. Dit wordt dan nader onderzocht, waarbij het soms nuttig is om een kweek te laten maken in een laboratorium. Pas als de oorzaak duidelijk is, kan een adequate behandeling worden ingesteld. In veel gevallen zijn huidproblemen goed te behandelen. Er zijn echter een paar vormen van huidkanker die wel gevaarlijk zijn.
Ga nooit zomaar iets op een bultje smeren of zelf ergens aan krabben. Bij een verkeerde behandeling kan een probleem verergeren. Dat kan zelfs gebeuren bij gebruik van huismiddeltjes die onschuldig lijken. Overleg met je dierenarts wat de beste aanpak is.
(Tekst: Tessa van Daalen, foto: Ilona van Egdom)