Leren op oudere leeftijd

Het vermogen om iets nieuws te leren houdt nooit op. Ook oudere paarden kunnen leren of verbeteren. Het gaat alleen wel langzamer.

 

Leren betekent dat er bepaalde verbindingen in de hersenen worden gemaakt, waardoor de overdracht van signalen sneller gaat. Je moet het je eigenlijk voorstellen als een soort wegen in het brein. Dingen die vaak worden herhaald, worden ‘snelwegen’ en gaan dan dus bijna automatisch. Wordt iets minder vaak beoefend, dan wordt het een klein paadje. Om nieuwe dingen aan te leren is herhaling nodig. Dan worden nieuwe verbindingen gemaakt.

 

Meteen na zijn geboorte heeft een paard een inprentingsfase. Die duurt maar kort. Hierin leert een veulen een aantal belangrijke zaken, vooral wie zijn moeder is. Dat is handig, want dan loopt hij daarna niet vrolijk op een roofdier af. De dingen die een paard leert in deze fase blijven hem zijn hele leven bij. Je kunt het niet afleren.

 

In het eerste half jaar van zijn leven leert een paard ‘paardentaal’ en ontwikkelen ze hun zintuigen. Je kunt dan al wat met ze oefenen, zoals voetjes geven of meelopen aan een halster. Maar zorg ervoor dat zulke sessies kort duren, hooguit 10 minuten. Het moet leuk blijven voor hem.

 

De meeste rijpaarden worden vanaf een jaar of 3,5 in training genomen. Ze leren op verschillende manieren, namelijk door gewenning, door associatie en door nadoen. Ze wennen er bijvoorbeeld aan dat een zadel geen kwaad kan. Associatie wil zeggen dat je een verbinding maakt tussen een handeling of gedrag en een beloning. Dat kan daadwerkelijk een snoepje zijn, maar ook het wegnemen van druk, dat door een paard als prettig wordt ervaren. Omdat een paard een kuddedier is, leert hij ook door zijn soortgenoten na te doen. Denk aan het bekende voorbeeld van de weide naast de spoorrails. Een nieuw paard schrikt van de eerste trein die langskomt, maar de andere paarden zijn daar al aan gewend. Omdat zij niet schrikken, leert het nieuwe paard heel snel dat dat langsrazende ding geen kwaad kan. Je kunt dit ook gebruiken door bijvoorbeeld een jong paard te beleren met een rustig ouder paard erbij.

 

Ook op latere leeftijd kunnen nieuwe ‘hersenpaden’ worden gevormd. Maar zoals alle processen in het lichaam op oudere leeftijd trager gaan, is hier ook meer herhaling voor nodig. Je moet dus wel geduld hebben. En je moet wel blijven oefenen, anders vallen ‘hersensnelwegen’ terug tot kleine paadjes.

 

Er is in de wetenschap nog niet zoveel bekend over dementie bij paarden. Sommige eigenaren beschrijven veranderd gedrag op latere leeftijd. Paarden zonderen zich meer af of worden ineens, uit het niets, venijnig tegen soortgenoten. Of ze worden onrustiger. Het is wel belangrijk om uit te zoeken of het gewoon ouderdom is of dat je paard ergens pijn heeft. Ga in overleg met je dierenarts. In sommige gevallen kan het nuttig zijn om een pijnstiller te geven en te kijken of het gedrag verandert.

 

(Tekst: Tessa van Daalen, foto: Nikki de Kerf)