Als wij in de regen naar buiten gaan, doen we een regenjas aan. Of we zetten een paraplu op, om onszelf te beschermen. Voor het welzijn van paarden is het belangrijk dat ze een ‘natuurlijk’ leven kunnen leiden, dus zoveel mogelijk buiten in de wei mogen met vriendjes. Consequentie daarvan is dat ze soms natregenen. Hoe erg is dat?
Heb je wel eens in de regen naar de vacht van een paard gekeken? De bovenlaag wordt weliswaar nat, maar de meeste druppels rollen eraf. Als je met je vingers tot op zijn huid voelt, is het daaronder vrijwel droog. De haren hebben een waterafstotend laagje van huidvet, dat als een regenjas werkt. De haren zijn zo geplaatst, dat het water gemakkelijk eraf loopt naar beneden toe. Helemaal waterdicht is de vacht overigens niet. Maar de bovenste laag werkt als een soort ‘glijbaan’ voor waterdruppels, zodat de huid eronder zo goed als droog blijft.
Als het regent zie je dat paarden met hun achterste in de wind gaan staan, waarbij ze vaak hun hals en hoofd later zakken. Net als wij vinden zij het ook niet prettig om regen in hun ogen te krijgen. Bovendien is de vacht op hun achterhand mooi dicht en rolt het water door de ronde vorm nog gemakkelijker af.
Schuilstal
Op zich kan een paard prima tegen regen, al vinden sommige paarden het echt niet leuk om nat te worden. Een schuilmogelijkheid in de weide, liefst eentje waar ze naar eigen believen in en uit kunnen lopen, met voldoende ruimte zodat paarden lager in de rangorde ook veilig naar binnen kunnen en een verharde ondergrond tegen het vertrappen van de grond, is natuurlijk het mooiste wat er is. Wie zo’n schuilplek heeft zal merken dat lang niet alle paarden daar gebruik van maken. Maar er zijn er ook altijd bij die bij het eerste druppeltje meteen naar binnen rennen.
Bij de Paardenkamp worden de bewoners zo natuurlijk mogelijk gehouden. Dat betekent dat ze in de zomermaanden permanent buiten staan. Alleen de paarden die aangepaste zorg nodig hebben komen ’s nachts binnen. Rond de meeste weiden staan boomsingels die beschutting bieden bij regen. Beheerder IJsbrand Muller: “Onze groepen zijn te groot voor schuilstallen. En we merken dat als ze de keuze hebben, ze bomen prettiger vinden.”
Kacheltje
Paarden die worden geschoren hebben uiteraard geen of nauwelijks een vacht. Er kunnen goede redenen zijn om een paard te scheren, bijvoorbeeld als de vacht door de ouderdoms-aandoening PPID krullerig en te lang blijft. In dat geval is een speciaal regendek om hem droog te houden als hij in de wei loopt wel nodig. Zo’n dek kan ook handig zijn als je met je paard wilt rijden. Een zadel op een natte rug voelt voor hem niet prettig en geeft eerder schuurplekken.
In de winterperiode kunnen paarden bij langdurige regen flink afkoelen. Mensen vinden dat vaak zielig. Paarden hebben echter een uitstekende temperatuurregeling en kunnen veel beter tegen koude dan wij. Belangrijk daarbij is dat ze voldoende ruwvoer hebben. Bij de langzame vertering daarvan wordt in de darmen veel warmte geproduceerd. Ze hebben dus een soort inwendig kacheltje. Daarbij is het wel zaak om op te letten of het ruwvoer dat je aanbiedt door de regen niet in een broeiende en rottende massa verandert. Ververs het regelmatig en zorg liefst voor een droge plek iets van de grond af waar je het aanbiedt.
Regenrot
Bij paarden die echt altijd buiten staan zonder schuilmogelijkheden kan, bij langdurige regenval de vacht gaan broeien. Ook komt het voor dat de beschermende huidvetlaag wordt aangetast op plekken waar erg veel water loopt. De bacterie Dermatophilus congolensis, die op de huid leeft, kan dan naar binnen dringen en ‘dermatophilose’ of regenrot veroorzaken. Dat ziet eruit als kleine korstjes of bultjes, waaronder een beetje gele pus zit. De plekken jeuken niet, maar kunnen -vooral als ze groter zijn- wel pijnlijke zweren vormen. In Engeland komt het vaak voor bij pony’s die in het wild lopen en heet dit ‘rainscald’, omdat de delen van de vacht waar het water afloopt ‘scaldlines’ worden genoemd en het daar vaak is te zien. Soms zijn de kootholtes aangetast, waardoor het een vorm van mok wordt.
Dermatophilose kan ook voorkomen bij paarden die niet permanent buiten lopen. Vaak is de oorzaak dan overmatig wassen of afspoelen, waardoor de huidvetlaag wordt aangetast. Maar ook een vieze stal, een kwetsbare huid of huidwondjes door insecten kunnen ervoor zorgen dat de bacterie problemen geeft. Je paard poetsen om hem schoon te maken is een goed idee, maar overdrijf het niet. Het is niet de bedoeling dat de waterafstotende huidvetlaag wordt aangetast.
Watergootjes
Bij de Paardenkamp staan ook bewoners die in hun vorige leven altijd onder dekens hebben gelopen of waarvan de weerstand is verminderd. “We houden de conditie van de vacht goed in de gaten. Soms is het noodzakelijk om de haren even goed los te maken met een rosborstel, zodat de water afvoerende ‘gootjes’ weer hun werk kunnen doen”, vertelt IJsbrand Muller. Het komt wel eens voor dat een paard wat regenrot-plekjes heeft. Die worden behandeld met een ontsmettend middel, zoals hydrocotiderm.
Behandeling
Als je denkt dat jouw paard dermatophilose heeft, ga dan niet zomaar aan de slag met desinfecterende middelen. Er zijn namelijk tal van huidaandoeningen die erop lijken, maar een andere behandeling vereisen. Een dierenarts kan de diagnose stellen door een huidonderzoek te doen, waarvoor wat korsten worden afgekrabd en naar een laboratorium worden gestuurd voor nader onderzoek. Is het inderdaad dermatophilose, dan is het als eerste belangrijk dat je paard een schoon en droog onderdak krijgt. Daarna moeten de korsten eraf worden gehaald, wat pijnlijk kan zijn. Dood bacteriën door de huid te wassen met een shampoo op basis van chloorhexidine of jodium. Goed afdrogen is belangrijk en herhaal deze behandeling een week later. In ernstige gevallen is de huid aangetast en blijven na herstel witte haren zichtbaar. Het is niet besmettelijk. Paarden die het eenmaal hebben gehad zijn er wel gevoeliger voor, dus die kun je beter niet buiten laten als het regent en moet je echt goed afdrogen na afspoelen of wassen. Geef ze in de wei een goed passend regendek. Mocht je de bouw van een schuilstal overwegen, ga dan na bij jouw gemeente of je daar een vergunning voor nodig hebt, want het mag niet overal zomaar.
(Tekst: Tessa van Daalen, foto: Nikki de Kerf)