Krachtvoer: wel of geen goed idee?

Van nature eet een paard vrijwel dag en nacht gras, bladeren, twijgjes, boombast en andere vezelrijke, energie arme plantaardige voeding. En daar redt hij zich normaal gesproken prima mee.

 

Doordat de mens het paard is gaan gebruiken als last- of rijdier, werd de graastijd beperkt. Als er minder in gaat, heeft een lichaam minder brandstof voor prestaties. Dat moest dus worden aangevuld. Maar hoe? Mensen aten zelf graan, dus werd dat ook aan de paarden gegeven. Vooral de soorten waar we zelf iets minder behoefte aan hadden. De ervaring leerde dat van alle graansoorten haver het beste werd verdragen. Je kon er een soort koeken van bakken die je kon meenemen, wat handig was voor langere tochten. Dat is eigenlijk de ‘geboorte’ van krachtvoer.

 

Wanneer is krachtvoer nodig?

Als een paard meer energie gebruikt dan er aan brandstof in gaat, wordt hij mager. In de natuur trekt hij wel eens een sprintje, maar meestal blijft het bij rustig rondwandelen. Daarvoor is de energie uit gras, hooi en ander ruwvoer voldoende. Als je fanatiek gaat sporten met je paard, kan het nodig zijn om wat extra’s te geven in de vorm van krachtvoer. Maar er zitten verschillende addertjes onder het gras. De maag van een paard is klein. Als je meer dan twee kilo krachtvoer ineens geeft, kan de maag dat niet verwerken en gaat een deel niet goed voorverteerd de darmen in. Niet alleen is dat zonde van het dure voer, het zorgt daar ook voor verstoringen, waardoor zelfs koliek kan optreden. Het is dus beter om kleinere porties te geven, desnoods meerdere, verdeeld over de dag. Geef je teveel krachtvoer, dan wordt je paard dik. Of wild, omdat hij al die energie ook weer kwijt moet. Maar het kan ook voor verstoring van zijn spijsvertering zorgen, waardoor hij ziek wordt.

 

Weet wat je voert

Er zijn tegenwoordig zeer veel verschillende soorten krachtvoer. Als het nodig is om iets bij te geven, is het handig om een passend product te zoeken en daar dan zo klein mogelijke porties van te geven. Geef niet ‘zomaar’ wat. Veel voerproducenten hebben nutritionisten in dienst die je (gratis) advies kunnen geven. In veel gevallen is het voldoende om naast goed ruwvoer alleen wat vitaminen en mineralen bij te voeren.

 

En bij oudere paarden?

Bij oudere paarden neemt de darmwerking af. Ze kunnen minder makkelijk brandstof uit het ruwvoer opnemen. Daarnaast gaat het gebit vaak achteruit, waardoor kauwen lastiger wordt. Speciaal voor deze categorie bestaat tegenwoordig 18 plus krachtvoer, met extra eiwit en vitaminen waar oudere paarden behoefte aan hebben. Veulenvoer dat veel eiwit bevat kan ook worden gebruikt. Toch proberen de verzorgers van De Paardenkamp de oudere bewoners zo lang mogelijk alleen op ruwvoer te houden. “Slechts 15 van onze 120 paarden en pony’s krijgen er in de zomer iets bij. In de winter zijn dat er 50”, vertelt IJsbrand Muller. “Hoeveel ze krijgen wordt per paard bekeken. We doen er alles aan om te voorkomen dat ze te mager worden.”

 

De paarden die worden bijgevoerd krijgen twee keer per dag een portie 18 plus met zemelen en twee keer per dag  geweekte bietenpulp met luzerne. Het krachtvoer wordt nooit op een lege maag gegeven. IJsbrand: “Het is ter voorkoming van maagproblemen belangrijk dat ze eerst al iets van ruwvoer hebben gehad. Voor de paarden die geen goed gebit meer hebben gebruiken we gehakseld ruwvoer. Luzerne is ook goed voor ze.”

 

Je hebt krachtvoer in de vorm van biks en muesli. Maakt het uit wat je geeft? IJsbrand: “Dat is persoonlijk. Qua gehaltes wat erin zit, maakt het vaak niet uit. Het ene paard vindt muesli lekkerder, het andere heeft liever brok. Wij geven de voorkeur aan brok, omdat oudere paarden de muesli soms niet goed meer kauwen. Dan vind je het terug in de mest en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Bovendien kunnen we de brok weken, als de tanden en kiezen nog slechter worden.”

 

(Tekst: Tessa van Daalen, foto: Hans Brongers)